Glutenvrij knekkebrød & op weg naar Noorwegen

Vanochtend ging de wekker om 4.30 uur. Vroeg. Heel vroeg. De reden hiervoor is dat ik twee uur later op Schiphol moet staan met mijn grote koffer die eigenlijk veels te groot is voor drie dagen. As we speak zit ik waarschijnlijk in het vliegtuig naar Noorwegen. Samen met vijf andere foodbloggers mag ik namelijk mee met Visit Norway als culinair journalist naar de regio Stavanger waar het food festival Gladmat Festival bezig is.

Noorwegen staat hoog op mijn to visit list. Dus toen ik een paar weken geleden werd gevraagd om mee te gaan, kon ik natuurlijk niet anders dan enthousiast JA! zeggen.

Ik houd echt van Scandinavië. De mensen, het eten, de relaxte sfeer, Ikea en het feit dat alles zo schoon en goed geregeld is. Het is dat het er ’s winters om drie uur ’s middags al pikdonker is, anders zou ik er best willen wonen. Vier jaar geleden ben ik in de winter naar Stockholm geweest. Echt een geweldige stad ook. Noorwegen kijk ik daarom ook erg naar uit, zeker nu in de zomerperiode. Als ik aan Noorwegen denk, denk ik aan geweldig mooie natuur met bergen die uit de zee komen en aan wandeltochten over de Fjorden.

Stavanger – de regio die we gaan bezoeken – had ik nooit eerder van gehoord. Stavanger ligt aan de Noorse westkust en is de vierde grootste stad van Noorwegen. Stavanger wordt ook wel de poort van het zuidelijk fjordengebied genoemd, klinkt veelbelovend toch? De aankomende dagen staat deze stad in het teken van het Gladmat Festival. Helaas spreek ik geen Noors, maar de foto’s op de site van het festival zien er veelbelovend uit.

Het programma dat we voor de boeg hebben ziet er geweldig uit. Een food safari, lunchen bij de vismarkt, naar het Gladmat Festival, langs een farm, heel veel etentjes en zelfs een dag hiken naar de Peikestolen.

Volgens mij kun je in Noorwegen ook erg lekker eten. Al googlend kwam ik uit bij Noorse specialiteiten, waaronder gerookte en gemarineerde forel of zalm, Noorse balletjes, schapenkaas en platbrood. Ook stonden schapenkop en aardappelballen ertussen. Ik weet niet of ik die laatste twee nou zo lekker vind klinken, maar als ik de kans heb wil ik wel alles proberen.

Van te voren stel ik me voor dat we morgenochtend knackebrod eten als ontbijt, maar misschien is dat wel meer Zweeds… Soms heb je vanuit thuis ideeën over de eetgewoonten van een land, maar blijkt het heel anders te zijn als je eenmaal daar bent. Zo bestelde ik in mijn gebrekkig Spaans in Valencia eens een flinke lijst tapas – aangezien de tapas in Nederland vaak klein zijn. De ober keek me al wat raar aan en gaf aan dat de porties erg groot waren. Op aanraden van de ober besloten we om samen met twee tapas te beginnen. Dit was maar goed ook, want we kregen het nauwelijks op. Een beetje hetzelfde als dat iedereen denkt dat wij hier op klompen lopen.

Of we straks dus echt aan het knackebrod ontbijt zitten – of dat dit weer zo’n typisch cliché beeld is dat niet klopt – is nog even afwachten. Verder ben ik heel benieuwd wat ik allemaal ga meemaken op de reis en wat we gaan proeven, maar daar ga ik natuurlijk nog uitgebreid over bloggen.

Voor nu om in Scandinavische sferen te komen het recept voor glutenvrij knackebrod, ook wel knekkebrød genaamd. Knekkebrød wordt meestal gemaakt van roggebloem en speltbloem, maar dit heb ik vervangen door havermoutmeel. Ook heb ik er veel zaden en pitten aan toegevoegd. Gebruik glutenvrije havermout of boekweitmeel als je geen gluten mag.

Eet ze voor een echte Noorse beleving met een plakje gerookte forel of zalm en verse dille.

Ben jij wel eens in Noorwegen geweest?

Glutenvrij knackebrod met zaten en pitten

Glutenvrij knekkebrød / knackebrod met zaden en pitten

 

Ingrediënten
voor 10-12 crackers
50 gram zonnebloempitten
50 gram pompoenpitten
50 gram sesamzaad
2 tl maanzaad
2 tl hennepzaad
100 gram (glutenvrije) havermoutvlokken of boekweitvlokken
25 gram gebroken lijnzaad
150  ml water
50 ml extra vierge olijfolie
1,5 tl grof zeezout

kruiden naar keuze
1 tl gedroogde kruiden naar keuze, zoals rozemarijn, tijm, karwijzaad of komijnzaad.

Verwarm de oven voor op 150 graden.

Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Meng het water en olijfolie met het lijnzaad en roer door elkaar. Roer er eventueel een smaakmaker – zoals tijm, rozemarijn, komijn of karwijzaad – doorheen. Laat even staan.

Meng de zonnebloempitten, pompoenpitten, sesamzaad, hennepzaad, maanzaad en zeezout in een kom. Houd een beetje van de zaden en pitten apart.

Maal de havermoutvlokken in de keukenmachine tot een fijn meel. Doe het havermoutmeel bij de zaden en pitten en meng door elkaar. Doe ook het watermengsel erbij en roer goed door zodat het een plakkerig geheel wordt. Laat 5 minuten staan.

Bedek een bakplaat met bakpapier. Verdeel het deeg over het bakpapier en spreid zo dun mogelijk uit met een spatel. Sprenkel de achtergehouden zaadjes erover.

Bak de crackers 5 minuten en haal ze uit de oven. Snijd ze in stukken. Hiervoor kun je het best een pizzames gebruiken.

Zet de crackers terug in de oven en bak nog voor 30-35 minuten tot de crackers stevig zijn en niet uit elkaar vallen. Haal uit de oven en laat helemaal afkoelen.

In een goed afgesloten trommel kun je de crackers vijf dagen bewaren.

Eet de crackers met roomkaas, gerookte forel en wat verse dille of met schapenkaas.